IPR-therapie

Hoe werkt IPR-therapie?  

Als patiënten in een shock verkeren of, in extreme gevallen, een plotse hartstilstand hebben, hebben ze een verhoogde bloedstroom nodig die de vitale organen van voldoende zuurstof voorziet. Eén manier om betere uitkomsten te verkrijgen bij patiënten met een lage bloedstroom is het vergroten van de negatieve druk in de thorax met behulp van intrathoracale drukregulering (IPR), een innovatieve therapie die gebruikmaakt van de eigen fysiologie van het lichaam om het hartminuutvolume en de bloedstroom naar de hersenen te verbeteren.

Voordeel halen uit positief en negatief

Het menselijk lichaam is voortdurend bezig met het reguleren van de bloedcirculatie door middel van positieve en negatieve drukken in de thorax. Dit reguleren werkt als een blaasbalg. Als we inademen, ontstaat er een negatieve druk (of onderdruk) in de thorax. Door deze onderdruk wordt lucht naar de longen en bloed naar het hart getrokken, en is er een lichte daling van de druk in de hersenen. Als we uitademen, ontstaat er een positieve druk in de borst. Deze positieve drukkrachten forceren lucht uit de longen, verminderen de bloedterugvoer naar het hart en verhogen lichtjes de druk in de hersenen.¹

Door de onderdruk in de thorax te vergroten, biedt IPR-therapie patiënten die in een staat van lage bloedstroom verkeren, betere doorbloeding naar de hersenen en vitale organen, wat tot betere uitkomsten leidt.² IPR-therapie wordt momenteel toegediend via de volgende hulpmiddelen: ResQPOD^®-impedantiedrempelapparaat (ITD), ResQGARD^® ITD en het ResQCPR™-systeem.